De deurbel gaat. Via de videoparlofoon ziet ik twee heren van middelbare leeftijd voor de deur staan. Netjes in pak. Nog voor ik iets kan zeggen, vraagt één van hen of ze hun boekje in de brievenbus mogen stoppen. Natuurlijk mag dat.
Vrijwel meteen had ik door dat het om Jehovah-getuigen ging.
Dat boekje heet ‘De Wachttoren’. ‘Houdt God van mij?’ staat op de cover bij een
kindje dat angstig onder een boom zit.
Het is niet het eerste Jehovah-bezoek. Vorige keer moest ik
ze beleefd afwimpelen toen ze heel graag over ‘mijn geloof’ wilden praten. Ik
denk dat ze mijn straat (en deur) jaarlijks twee keer aandoen.
Eigenlijk heb ik er een beetje bewondering voor. Ik wil niet
weten wat ze soms te horen krijgen tijdens hun queeste van deur tot deur. Maar
zij kwijten zich nauwgezet van hun taak. Ook qua administratie. Toen ik vorige
keer de delegatie in mijn straat zag, was iemand ijverig aan het noteren in een
boekje.
Kan niet volgens GDPR
Dat noteren, zo bleek onlangs, is niet zo evident. Want ook
een geloofsgemeenschap - zoals de Jehova's getuigen - moet zich aan de
GDPR-regels houden. In hun geval gaat het dan om de persoonsgegevens van
bewoners die ze verzamelen bij hun straat- en huisbezoeken. Ik denk dan aan
naam, adres en – uiteraard - de geloofsovertuiging.
Want hoe je het draait of keert: tijdens zo’n deurgesprek
(hoe kort ook) deel je mogelijk informatie over die geloofsovertuiging. Die
informatie wordt naar verluidt ook soms op lijsten bijgehouden voor een
eventueel later bezoek. Maar de bewoners zelf zijn daar vaak niet van op de
hoogte. En dat kan niet volgens GDPR.
Finland
Het was de privacy-autoriteit in Finland die zich onlangs
vragen stelde bij het verzamelen en verwerken van al die informatie. Op basis
van hun bekommernis bevestigde het Europees Hof van Justitie dat ook een
geloofsgemeenschap zich aan de Europese privacyregels moet houden.
Vrij vertaald: ook Jehova's getuigen mogen niet zonder de
uitdrukkelijke toestemming van bewoners gegevens zoals hun naam, adres of geloofsovertuiging
verzamelen, wanneer zij van deur tot deur hun geloof verkondigen. Dat is
logisch, maar geeft ook wel aan dat de wetgeving behoorlijk ingrijpend kan zijn
voor de werking van bepaalde organisaties. Ook diegene waar je niet meteen aan
denkt.
God ziet alles
In mijn krant las ik de eerste reactie van woordvoerder van
de Jehovah’s Getuigen in België. Ze waren daar op de hoogte van de uitspraak
van het Europese Hof van Justitie. Maar ze wilden er niet op reageren omdat ze
eerst het vonnis wilden bestuderen.
Wat ik ook opmerkelijk vond: op de vraag of de Jehovah’s Getuigen België tot vandaag zulke lijsten bijhouden over hun afgelegde huisbezoeken, wilde de woordvoerder niet ingaan. Hoe het nu verder moest? Daarvoor verwees hij naar de interpretatie van de regering.
Wat ik ook opmerkelijk vond: op de vraag of de Jehovah’s Getuigen België tot vandaag zulke lijsten bijhouden over hun afgelegde huisbezoeken, wilde de woordvoerder niet ingaan. Hoe het nu verder moest? Daarvoor verwees hij naar de interpretatie van de regering.
Dat laatste zou wel eens kunnen tegenvallen: op het kabinet
van bevoegd staatssecretaris voor Privacy Philippe De Backer (Open VLD) was men
alvast glashelder. 'God ziet misschien wel alles, maar dat wil niet zeggen dat
Hij boven de nieuwe Europese privacywetgeving staat’, zo reageerde de
woordvoerster daar laconiek.
Mailen niet evident
Ik heb vorige week nog met de juridische dienst van de Jehovah’s Getuigen gemaild (voor alles is een eerste keer). Dat bleek om te beginnen al niet zo makkelijk. Je moet je al suf zoeken vooraleer je op hun officiële website een e-mailadres terugvindt.
Wel items over ‘Goed met geld omgaan’ of ‘Hoe win ik het vertrouwen van mijn ouders’. Nu had ik niet verwacht dat je met een Getuige kon skypen, maar e-mail bleek dus niet zo evident. Uiteindelijk lukt het wel.
Bevestiging
In een antwoord via mail bevestigde de Jehovah-woordvoerder me uiteindelijk dat ‘de richtlijn door Jehovah’s Getuigen strikt wordt opgevolgd.’ Hij verwijst in zijn mail naar het privacybeleid op zijn website. Al wordt in dat beleid nergens de GDPR-wetgeving expliciet vermeld en gaat het toch vooral wat er op de website gebeurt.
Ik weet dus wat me te doen staat. Als de twee heren in pak volgende keer nog eens aanbellen, zal ik de deur openen. En ik zal hen vragen hoe het nu zit met die hele GDPR. En geheel in lijn van GDPR zal ik hen vragen welke data ze nu precies over mij bewaren en wat ze ermee doen.
Deze column verscheen eerder ook al op Computable.