Tuesday, April 28, 2009

Wil de echte Sharon Stone nu opstaan?


Een ster als Sharon Stone, die te gast is in het VT4-programma 'Het Hotel'. Het leek me te mooi om waar te zijn. De beelden van Stone in de betreffende uitzending waren iets te wazig om ook echt zeker te zijn dat het echt om Stone ging. De dame werd namelijk nooit echt duidelijk in beeld genomen. EN bovendien: wat zou de diva bezielen om te gast te zijn in een hotel van bedenkelijk alooi, en dus ook in een programma in een zakdoekland als Vlaanderen? Kortom, ik vermoed dat VT4 zijn kijkers in het ootje nam.

Thursday, April 23, 2009

De Muur

De controversiële website Stopkinderporno is niet meer bereikbaar vanuit België. Het gaat om een primeur: het zou de eerste keer zijn dat een website op bevel van het federale parket geblokkeerd wordt. Het is wel ironisch dat een wet die vooral bedoeld was om kinderporno te blokkeren, nu in deze situatie wordt toegepast.

Is deze blokkering een goed idee? Op het eerste zicht wel. Er is een gevaar voor de openbare orde, omdat pedofielen worden geïdentificeerd. Het grote risico is dat de identificatie van deze personen sommige burgers ertoe kan brengen dat zij het recht in eigen handen nemen. En dat is inderdaad een reëel risico. Point taken.

Anderzijds heb ik het er persoonlijk wel moeilijk mee. Enerzijds kan je op internet niet alles censureren. Je blokt één website af, terwijl er op duizenden andere zaken terug te vinden zijn die zo mogelijk nog vreselijker zijn. Zoiets gaat al snel naar willekeur. Ten tweede, en dat is misschien nog fundamenteler valt internet helemaal niet te censureren. Zo viel de zogenaamde firewall vrij eenvoudig te omzeilen. En anderzijds kom ik ook altijd terug op de basisregel op internet: wat eenmaal op internet terecht komt, raakt daar nooit meer af. Dat is voor Stopkinderporno niet anders.

Sunday, April 19, 2009

Op het verkeerde moment bij de verkeerde bank



In De Tijd loopt sinds enkele weken een interessante reeks 'gezichten van de crisis'. Want de crisis lijkt soms een zaak van cijfers. Tienduizenden faillissementen. Honderdduizenden ontslagen. Miljoenen werklozen. Miljarden verliezen. Maar het gaat wel degelijk om mensen.

De krant brengt elke week het verhaal van een frontsoldaat. Dit weekend was dat ene Cedric Ruber (39), die 100.000 euro spaarde bij Citibank. Een goede huisvader ten voeten uit. Gelukkig getrouwd. Trotse vader van een jonge tweeling. Ambtenaar. Middenklasse. Geen grootverdieners of grootbezitters. Fanatieke spaarders, dat wel. Nooit een eurocent van hun spaargeld belegd. Geen verstand van. Geen zin in, vooral. "Als je zo hard werkt en spaart, dan neem je geen risico's met je geld."

De getuigenis van de man was sterk. 100.000 euro in rook opgegaan door het faillissement van Lehman Brothers. Iemand die zijn geld op het verkeerde moment bij de verkeerde bank had staan. En uiteindelijk een belangengroep begon van gedupeerden. Ik herken zijn verhaal als ex-Kaupthing-spaarder. Iets wat deze man zelfs te riskant vond. Een fragment:

'Weet u wat baron de Penaranda, de topman van de Belgische divisie van Citibank. zei, toen we hem te spreken kregen? De naam van jullie belangengroep is verkeerd. Jullie zijn geen gedupeerden van Citibank, maar van Lehman. De tactloosheid!'

'Daar heb ik het zes maanden na datum nog altijd het moeilijkst mee. De minachting van de haves tegenover de havenots. De straffeloosheid, ook. Het feit dat ze hier zomaar mee weg komen. In veel gevallen nog met een gouden handdruk van ettelijke miljoenen ook. Ik zag onlangs een meisje een reep chocolade stelen in een supermarkt. Binnen tien minuten waren twee combi's ter plaatse en werd ze geboeid afgevoerd.

Ik ben er niet de man voor om mee te huilen met de populistische wolven in het bos. Maar bij momenten vind ik het verdomd moeilijk om daar goede redenen voor te blijven verzinnen.'

Wednesday, April 15, 2009

Show me the money

Enkele weken was ik te gast op de Plugg-conferentie in Brussel. Waar ik altijd het meest naar uitkijk is de start-upsrally, waarbij twintig starters uit de technologiesector gedurende twee minuten hun project voorstellen. Waarna het publiek en een jury van investeerders bepaalt welke elevator pitch de beste was.

Sommigen richten zich in die twee minuten op de meest onbelangrijke technische details. Terwijl een ander een product komt voorstellen waarvan ik zeker weet da het al honderd keer bestaat. ‘Talk Business’, fluisterde de presentatrice tijdens de pauze nog. Want in crisistijd is het nu eenmaal van cruciaal belang om investeerders en publiek (lees: potentiële klanten) te overtuigen met een goed business plan.

Ik moest meteen denken aan het beroemde ‘Show me the Money’-fragment uit de film Jerry Maguire. Je hebt het ooit wel al eens gezien: hoofdrolspeler Tom Cruise moet aan de telefoon bewijzen hoe graag hij zijn klant wel wil houden en begint daarvoor op kantoor ongegeneerd te roepen. De film dateert uit 1996, dus lang vóór Cruise in opspraak kwam door zijn gedweep met Scientology en zijn vreemde huwelijk met Kathy Holmes. Echt bijzonder is hij niet, maar dat fragment wél.



Het is vandaag meer show me the money dan ooit. Bedrijven en starters moeten, net als Jerry hemel en aarde bewegen om klanten te behouden. En daarvoor moeten ze in business praten. Vooral dat laatste lukt niet altijd in IT. Veel te veel persberichten in mijn inbox blijven, net als heel wat van die start-ups, steken in technisch jargon en productinformatie. Iets wat mij als hoofdredacteur van een business IT-blad als Smart Business soms wel wat stoort.

O ja, nog vergeten: Jerry Maguire gaat over een gelijknamige sportmanager die ontslagen wordt, al zijn cliënten kwijt raakt en ook nog eens verlaten wordt door vriendin. Hij besluit voor zichzelf te beginnen samen met zijn collega. Om uiteindelijk, zoals je van Hollywood mag verwachten, alles goed te doen aflopen.

Monday, April 6, 2009

Second Life is dood, leve de nieuwe Facebook



Second Life is dood. Ik schreef er zelf al over ongeveer een jaar geleden. Echt mainstream is het nooit geworden. Van de zogenaamd 10 miljoen leden die er ooit zijn komen kijken, zijn de meeste vermoedelijk nooit teruggekomen. De drempel was ook te hoog, zowel technologisch als qua prijs. Iemand die ooit zijn eigen villa uitbate in Second Life vertelde me ooit eens dat hij maandelijks 500 euro betaalde. En bovendien had het universum, in tegenstelling tot echte online games geen spelregels. Dat kan meevallen, maar kan ook tegenvallen.

De dood van Second Life en the big next thing was het thema van een interview dat ik vandaag met Radio1 en hun programma 'De Ochtend' had. Het was al om kwart voor zeven 's ochtends. Dat was toch een beetje vroeg, al viel het al bij al wel mee. Vier minuten zijn ook niet lang. Vooraleer je echt op dreef raakt en helemaal wakker bent, moet je al stoppen.

Vooral op de vraag wat de 'nieuwe Facebook' zou worden, moest ik het antwoord schuldig blijven. Ook mijn collega's op de redactie, vonden niet meteen iets wat dezelfde impact zou hebben. Facebook is Facebook, en een eventuele opvolger zal in elk geval in dezelfde lijn liggen: het delen van vanalles met vrienden. Buiten Twitter kan ik me geen naam voor de geest halen, en net die ben ik dan nog vergeten te melden (ook al zie ik die niet als Facebook-vervanger).

Wat ik in die korte tijd ook vergat te vermelden, is dat de toekomst misschien wel in de Location Based-diensten zit. Dus niet alleen wat ben ik op dit moment aan het doen, maar waar ben ik dat aan het doen.

Maar toch. Facebook is niet zoals MySpace of Second Life. Het is een blijver. Zoals YouTube en Google dat ook zijn. Tenminste: als ze hun rekeningen kunnen blijven betalen.

Friday, April 3, 2009

Beste Frederik

“Beste Frederik, Als wat je al doet opeens niet meer werkt, wat kan je dan doen?” Het was de wat vreemde aanhef van een e-mail die ik enkele dagen geleden in mijn mailbox ontving. Een mannelijke collega van me kreeg de mail ook, maar hij werd aangesproken als Heidi.

Het was een e-mail van Stichting Marketing. Ik werd uitgenodigd voor een seminarie van een of andere expertgroep. Het ging over de ‘Do’s & Don’ts rond B2B marketing in crisistijd’. Maar hij was dus niet voor mij, maar voor Frederik. En wat bij mijn collega toekwam, was dus voor ene Heidi bedoeld.

Hallo Stichting Marketing? ‘Er is inderdaad iets misgelopen met de adressenlijst zelf. Tijdens het ‘sort’ commando in Excel is de selectie niet correct ‘ge-expanded’’, zo las ik in het antwoord van de dame van Stichting Marketing. Al wilde ze me toch vooral geruststellen. ‘Dit is een éénmalig verschijnsel, met de database is er niets aan de hand. Je naamsgegevens zijn dus nog volledig correct voor toekomstige uitnodigingen.’

Echt gerustgesteld was ik niet. Want het betekende natuurlijk dat alle mensen die de mailing kregen, verkeerd waren aangesproken. Heidi dus ook. Net als Frederik. Net als ik, mijn collega en duizenden andere, niet? Maar op die vraag aan de dame heb ik geen antwoord meer gekregen.

Ach, lachen met een marketing organisatie die een flinke steek laat vallen. Het is natuurlijk makkelijk De beste stuurlui staan aan wal. Zo vind ik het ook grappig dat het voormalige tijdschrift van het BDMA, de vakorganisatie voor direct marketing, hier nog altijd arriveert op naam van iemand die al bijna vijf jaar geleden het bedrijf verliet.

Dat laatste is natuurlijk iets waar elke bladenmaker en marketeer mee zit. Ik heb ooit eens gehoord dat jaarlijks zowat 10 procent van de actieve bevolking van job verandert. Maar hoe hou je in godsnaam je databank up-to-date? Misschien eens vragen aan de expertgroep van Stichting Maketing. Hoe zij dat aanpakken. Ze hebben er binnenkort een seminarie over. Althans dat vertelde Frederik me toch.