Thursday, November 27, 2008

Sophia-Antipolis






Sophia-Antipolis is in menig opzicht het Silicon Valley van Europa. Het bulkt er van de technologiebedrijven en research labs. Het weer is er mooi. Er staan palmbomen. En 's ochtends ook behoorlijk wat files, mocht ik vandaag ondervinden. Ik bezocht er de voorbije twee dagen de labs van Accenture.

Het bezoek stond in de schaduw van de aanslagen in Mumbai. Accenture heeft er een vestiging, net als in een handvol andere steden in India. Ik bezocht met dit bedrijf anderhalf jaar geleden hun vestiging in Bangalore. Toevallig logeerde ik er indertijd ook in het Oberoi-hotel, hetzelfde hotel als datgene wat vandaag door terroristen werd bezet.

Voor Mumbai werd er vandaag een reisverbod afgekondigd voor alle Accenture-medewerkers, wat meteen deed denken wat al die IT-bedrijven gaan aanvangen als de situatie in India echt zou escaleren. Accenture is heus niet het enige bedrijf met aanwezigheid in India. De communicatie manager heeft vandaag naar aanleiding van de gebeurtenissen de hele tijd staan telefoneren met de thuisbasis.

Anderhalf jaar geleden, naar aanleiding van mijn trip, schreef ik over 'Een Indisch bedrijf genaamd Accenture'. Accenture heeft bijvoorbeeld meer mensen in India dan in gelijk welk ander land dan ook.

Sunday, November 23, 2008

Te gast bij de Zevende Dag



De Zevende Dag is een ideaal televisieprogramma om wakker te worden. En bovendien is het ook erg relevant qua nieuws en veelzijdig aan onderwerpen. De redactie is professioneel en sympathiek. En wat de meeste kijkers ook niet weten, is dat het is er op zondagochtend in De Foyer, naast de studio, altijd een gezellige bedoening is. Het is diezelfde Foyer waar ik ongeveer zeven jaar geleden mijn afscheidsreceptie heb gegeven als voormalig VRT-bediende op de IT-afdeling.

Vandaag had ik de eer om voor de derde keer te gast te zijn in het programma. De eerste keer in de 'zetels'. De vorige keer zat ik gewoon aan een tafel. Het ging over e-commerce en Caroline Van Steenberge van thecherryonthecake.com nam ook deel aan het gesprek. Ons interview was gepland om 12.27 uur, maar omdat het interview met Karel De Gucht wat uitliep, begonnen wij ook wat later. Naar mijn gevoel was het studiogesprek zo afgelopen.

Een samenvatting in enkele wetenswaardigheden (die al dan niet aan bod kwamen):

- In ons land wordt er jaarlijks voor zowat 1,2 miljard euro via internet verkocht.

- Van de 5 à 6 miljoen Belgen die regelmatig online gaat, heeft zowat de helft al eens gekocht.

- Meest verkocht zijn: boeken, dvd's, games, cd's, kledij & accessoires, tickets en reizen. Auto's, etenswaren en speelgoed doen het nog minder goed.

- Ons land telt iets meer dan 3000 e-shops en daar komen er elke werkdag vier bij.

- De meeste e-shops nemen klantvriendelijkheid ten harte. Maar het is een jonge industrie met de nodige kinderziektes. Klachten zijn er nog over lange levertijden of (zoals bij Fnac) een klantendienst op een 0900-nummer.

Monday, November 10, 2008

Waarom u maar beter geen restaurant kiest via Resto.be

Stel u gaat vanavond op restaurant, en krijgt daar een ondermaatse bediening en slechte maaltijd. Gelukkig kan u vandaag op sites als Resto.be, helemaal in de lijn van Web 2.0, uw mening kwijt. Althans dat dacht ik. Niet zo bij Resto.be. Waar negatieve beoordelingen simpelweg niet zijn toegestaan.

Op de drietalige website Resto.be, met informatie vinden over ruim 16.000 restaurants in ons land, kan iedereen een restaurant beoordelen. Zolang u maar minstens vijf op tien geeft. Minder is technisch onmogelijk. Een nogal aparte benadering van het concept ‘User generated content’, als u het mij vraagt. Dachten mijn proffen op de universiteit er indertijd ook maar zo over.

Kortom, ook al blijken de maaltijden en bediening nog zo ondermaats, geen enkel restaurant op Resto.be kan u dus een navenante puntenbeoordeling geven. Terwijl ik zou vermoeden dat er onder die 16.000 best wel eentje tussenzit dat echt niet deugt. Dan denk ik bijvoorbeeld aan mijn Chinees van enkele weken geleden, waar de currysaus volgens mij zuurder smaakte dan een modale citroen.

Een opmerkelijke keuze dus van Resto.be, waar de organisatoren in hun FAQ op de site geen woord over reppen. “Over het al dan niet plaatsen van publiek aangeboden teksten wordt geen correspondentie gevoerd”, lezen we. Ook onze mails naar Resto.be met vragen hierover bleven tot dusver onbeantwoord. Negatieve recensies worden steevast van de site gehaald.

Deze aanpak doet een beetje denken aan die van Truvo, het bedrijf achter de Gouden Gids. Bedrijven konden, bij de lancering van een nieuwe versie van die site, er toen namelijk zélf voor kiezen om de reviewfunctie’ op die Gouden Gids-site in zijn geheel uit te schakelen, als ze dat wensten. “Want het zou natuurlijk nogal vervelend zijn als een adverteerder naast zijn reclame allemaal negatieve commentaar ziet staan”, klonk het.

Of hoe ze niet allen bij Resto.be, maar ook bij Truvo, het begrip user generated content nogal apart interpreteren.

via ITPro

Wednesday, November 5, 2008

President 2.0

Het is een cliché zo hoog als het Witte Huis zelf: de president die de nieuwe media het best beheerst, heeft de wereld aan zijn voeten. Letterlijk dan. Roosevelt deed het met zijn radiopraatjes, Kennedy met zijn televisie-optredens. Obama met het internet. Toch voor een stuk.

Dat internet een cruciale rol speelde in de campagne van Barack Obama staat als een paal boven water. Want dankzij een erg slimme internetstrategie wist Obama niet alleen heel veel jongeren te mobiliseren. Een voormalige Facebook-medewerker van nog geen dertig stond bijvoorbeeld aan de wieg van zijn campagne, en kreeg een vooraanstaande rol. Facebook is overigens het medium waar Obama een veelvoud meer fans heeft dan McCain of Clinton. Alleen op dat netwerk zijn er honderden Obama-fanpages.

De slimme internetstrategie zorgde er ook voor dat hij– vele kleindjes maken een groot – heel veel campagnegelden kon binnenhalen. Of hoe de zogenaamde ‘long tail’ ook voor politiek blijkt te werken.

Velen zullen de komende dagen deze ‘historische’ overwinning opdragen aan deze online strategie, die voor het eerst op dit niveau werd toegepast. Maar helemaal juist is dat niet. Want Obama haalde de mosterd bij Howard Dean, die in 2004 al had aangetoond dat je je giften beter haalt bij een hele grote groep van mensen, die telkens een beetje geld gaven, dan bij enkelingen die meteen een smak geld op tafel leggen.



Ik vraag me ook af of internet wel doorslaggevend was tijdens de campagne zelf. YouTube bleef bijvoorbeeld helemaal niet cruciaal. Er kwamen nooit filmpjes terecht die de kleine kantjes van de kandidaten bloot legden. En als ze er waren, bleken ze nooit bepalend.

Obama werd ook president omdat hij een aantal oude media het best beheerste. De 30 minuten televisiespot (zie hoger), zowel technisch als inhoudelijk een huzarenstukje, bleek daar het beste voorbeeld van. En dan zijn er uiteraard zijn speeches zelf. En wil dat nu net een ‘medium’ zijn dat al zo oud is als de straat zelf. Maar het werkte verbluffend.


Uit IT Pro